woensdag 20 april 2016

Woordenlijsten Ch4

Als je geen zin hebt om zelf de woorden in WRTS te zetten heb ik hieronder de lijsten van dit hoofdstuk staan. Het is natuurlijk wel beter om zelf de woorden in WRTS te zetten of om ze een keer op te schrijven. Hierdoor onthoudt je het beter!

Deze lijsten staan op de site www.woordjesleren.nl/ deze site werkt net iets anders als WRTS. Het heeft echter wel dezelfde mogelijkheden. Mocht je deze site toch niet fijn vinden? Dan vindt je er ook een knopje waarmee je met 1 druk op de knop de lijst in WRTS kunt zetten. Hiernaast zie je een plaatje met daarin aangegeven waar de knop staat.

DE WOORDENLIJSTEN

Hieronder zetten we twee invulopdracht neer, net zoals je die in een toets krijgt. Deze opdrachten zijn altijd erg lastig en daarom een goede opdracht om te zien of je de woorden goed kent. Schrik dus niet als je het fout doet!

Kies uit (Let op! Er blijven 5 woorden over):
découvrir -  habituer à  -  signifier  -  interdit  -  se trouver   -  se coucher  - timide  -  la soirée  -                  il y a un mois  - proposer  -  amoureux  -  réagir  -  écrire  -  célebre  -  quitter  -  regarder la télé

1. Pierre ........... un grand trésor.
2. l'exposition est .......... pour les enfants.
3. 'De dag' ...... la journée.
4. Je m'........ ma nouvelle école.
5. Nous nous ............  dans une tente.
6. Les criminels vous ........... en prison.
7. Jonathan va .......... un mail à Christine.
8. ............ , il a fait sa connaissance au camping.
9. Au camping, il était un peu ................. et il n'a pas beaucoup parlé
10. Par contre, Chrisitine était très ouverte. Cést pourquoi Jonatan est ........... d'elle, il adore sa personnalité.


Antwoorden:
1. découvre
2. interdit
3. signifie
4.  habitue
5. couchons
6. trouvez
7. écrire
8. il y a un mois
9. timide
10. amoureux

Vul de Nederlandse woorden in de zin in: 

1. Jean-Luc (ontmoeten).......... ses parents.
2. Pierre et ses parents partent (op dit moment)............ à Paris.
3.Il est (verlieft)........
4.C'est passé ( een maand geleden)...........
Antwoorden;
1. rencontre
2. pour l'instant
3. amoureux 
4. il y a un mois


woensdag 13 april 2016

Linkjes naar oefeningen Bron K, het persoonlijk voornaamwoord als lijdend of meewerkend voorwerp, le pronom personnel complément d'object direct ou indirect

Mocht je denken de stof te beheersen of juist nog wat extra willen oefenen? Dan kan dat, hieronder staan linkjes van sites met daarop oefeningen. De oefeningen zijn door ons zorgvuldig uitgekozen en zullen dus ook goed oefen materiaal zijn. 

Oefening persoonlijk voornaamwoord als meewerkend voorwerp 1
Oefening persoonlijk voornaamwoord als meewerkend voorwerp 2
Oefening persoonlijk voornaamwoord als lijdend voorwerp 1
Oefening persoonlijk voornaamwoord als lijdend voorwerp 2

Succes!
Mocht je nog een site weten met oefeningen, plaats deze dan in de reacties onder dit bericht. Als de link door ons goedgekeurd wordt komt deze hier ook bij te staan en zo help je dus ook andere leerlingen!

donderdag 31 maart 2016

Ch4 Het persoonlijk voornaamwoord als lijdend of meewerkend voorwerp / le pronom personnel complément d'objet direct ou indirect

Wat moet je weten:


  • Weten welke functie het deel heeft dat je gaat vervangen 
  • De plaats in de zin
In het Frans kun je een lijdend voorwerp of meewerkend voorwerp vervangen door een persoonlijk voornaamwoord. Eigenlijk vervang je dus een groot stuk tekst (lijdend voorwerp of meewerkend voorwerp) door één woord (persoonlijk voornaamwoord). In figuur 1 zie je een overzicht van de vervangende woord
Figuur 1
Om een persoonlijk voornaamwoord in de zin te plaatsen, moet je wel weten waarmee je het moet vervangen. Je moet dus eerst weten of je te maken hebt met een meewerkend voorwerp of een lijdend voorwerp.

Lijdend voorwerp: wie/wat + werkwoordelijk gezegde + onderwerp.
Vb. Je donne le cadeau à mon ami. (Ik geef het cadeau aan mijn vriend.) Je wilt weten welke functie le cadeau heeft. Je vraagt dus: wie/wat geef ik? ik geef het cadeau. Nu weet je dus dat le cadeau het lijdend voowerp is.

Meewerkend voorwerp: aan/voor + wie/wat + werkwoordelijk gezegde + onderwerp + lijdend voorwerp. 
Vb. Je donne le cadeau à mon ami. (Ik geef het cadeau aan mijn vriend.) Je wilt weten welke functie à mon ami heeft. Je vraagt dus: aan/voor + wie/wat + geef + ik + het cadeau? ik geef het cadeau aan mijn vriend. Nu weet je dus dat à mon ami het meewerkend voorwerp is. 

Tip! Je kunt het meewerkend voorwerp herkennen doordat het in de zin begint met het voorzetsel à. 

Nu je weet wanneer iets een meewerkend of lijdend voorwerp is, moet je de plaats in de zin weten:
Als er in de zin een heel werkwoord staat, dan staat het persoonlijk voornaamwoord voor het hele werkwoord:

Vb. J'ai tout essayé pour les réunir. (Ik heb alles geprobeerd om hen bij elkaar te brengen.)

Als er geen heel werkwoord in de zin staat zet je het persoonlijk voornaamwoord voor de persoonsvorm:

Vb. Elles me disent que je suis moche. (Ze zeggen me dat ik lelijk ben.)

Bij een ontkenning komt het persoonlijk voornaamwoord direct vóór het werkwoord te staan. 
Vb. Je ne lui donne pas de cadeau.



Linkjes naar oefeningen bron G, Sortir, Partir en Mentir

Wil je checken of je de onregelmatige werkwoorden Sortir, Partir en Mentir goed kent? Klik dan op een van onderstaande linkjes. Daar staan oefeningen die goed zijn gekeurd door ons.

Partir oefenen
Sortir oefenen
Mentir, Partir en Sortir oefenen

Succes!

Ch4 Het wederkerende werkwoord / le verbe pronominal réfléchi

Wat je moet weten bij het wederkerend werkwoord:
  • de vervoeging
  • de plaatsing in de zin
  • wederkerende werkwoorden in passé composé altijd --> être (extra letters!)
Het wederkerend werkwoord heeft een wederkerend voornaamwoord bij zich, bijvoorbeeld: zich wassen (se laver). Het wederkerend voornaamwoord past zich aan aan het onderwerp. Zie figuur 1.
  • De vervoeging:
Figuur 1
Tip: Als je het lastig vindt om dit te leren, schrijf het dan vaak op. Zo onthoud je het beter en heb je de spelling ook meteen geoefend. Werkt het schrijven bij jou niet? Gebruik dan wrts! (je moet ingelogd zijn om deze woordenlijst te openen.)

  • Plaatsing in de zin:

  • Regel wederkerende werkwoorden in de passé composé:
In de passé composé hebben wederkerende werkwoorden altijd het hulpwerkwoord être. Denk dus om de extra -e bij elle, de -es bij vrouwelijk meervoud en de -s bij meervoud.

Onthoud! Als je de wederkerend voornaamwoorden die eindigen op een -e (me, te, se) voor een klinker of stomme H zet krijg je een klinkerbotsing! Om dit te voorkomen veranderen ze in: m', t' en s'.
Voorbeeld: Je me amuse. Hier krijg je een klinkerbotsing! Je verandert de me in m' om dit te voorkomen. Je nieuwe zin wordt: Je m'amuse.


Mocht je nog een andere uitleg willen zien klik dan hier. (Deze link bevat meer informatie dan hetgeen wat je moet leren, let erop dat je geen dingen leert die je niet hoeft te leren!)

Bonne chance!

CH4 Onregelmatige werkwoorden: Sortir, Partir en Mentir

Sortir = Uitgaan
Partir = Vertrekken
Mentir = Liegen



Mentir en Partir worden hetzelfde vervoegd als sortir. LET OP! Bij Mentir is het hulpwerkwoord in de passé composé avoir in plaats van être, hier komen dus géén extra letters bij.

woensdag 30 maart 2016

Linkjes naar oefeningen Bron D, het wederkerend werkwoord

Mocht je denken de stof te beheersen of juist nog wat extra willen oefenen? Dan kan dat, hieronder staan linkjes van sites met daarop oefeningen. De oefeningen zijn door ons zorgvuldig uitgekozen en zullen dus ook goed oefen materiaal zijn. '

Succes!
Mocht je nog een site weten met oefeningen, plaats deze dan in de reacties onder dit bericht. Als de link door ons goedgekeurd wordt komt deze hier ook bij te staan en zo help je dus ook andere leerlingen!

Filmpjes, het wederkerende werkwoord / le verbe pronominal réfléchi

Mocht de video niet openen? Ga dan naar onderstaande link:



Mocht de video niet openen? Ga dan naar onderstaande link: